Het Centraal Bureau Militaire Opleidingen (CBMO), ingesteld in maart 1945, speelde een belangrijke rol in de oprichting van het 6e KNID (6eKoninklijke Nederlandse Infanterie Depot) te Bloemendaal. Na het snelle vertrek van de eerste lichting OVW’ers, kreeg de Wildhoef op 1 oktober 1945 de naam 6e KNID. Gualthérie van Weezel kreeg als commandant opdracht Wildhoef verder uit te breiden als trainingskamp voor oorlogsvrijwilligers, welke hij samen met zijn hoofdinstructeur, de kapitein C. de Ruiter, verder uitwerkt.
Commando-instructeurs zijn hier belast met de omscholing en opleiding gedurende een 6 weekse gevechtscursus van militairen van de lichtingsploegen 1930-1939, die later naar Indië vertrokken.
Deze gevechtscursus omvatte onder andere overlevingsoefeningen, speed-marsen en geweervechten. Bovendien konden de cursisten voor hun oefeningen gebruik maken van het natuurgebied tussen het Kopje van Bloemendaal en het strand, een ideaal oefenterrein.
Gaulthérie van Weezel schreef het volgende hierover in zijn dagboek:
HERST 1945
Bij besluit van de Prins, onze Bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten van 1 oktober 1945 nummer 633 G word ik belast met de formering van het 6e Koninklijke Nederlands Infanterie Depot. Het personeel van number 2 Dutch Troop van number 10 (I.A.) Commando onder bevel staande van de kapitein DE RUITER wordt en bloc in het depot ondergebracht en het personeel van de B.S. wordt in werkelijke dienst geroepen.
Het werk kan beginnen!
Zo eenvoudig gaat dit alles dan echter nog niet! Het oprichtingsbevel en organisatieschema geven directieven voor kleding en uitrusting, bewapening en motorvoertuigen.
Een verlokking voor een commandant van een hongerige en vreemd uitgedoste club. De commando’s natuurlijk uitgezonderd omdat zij hun eigen uitrusting kunnen inbrengen.
Op een van die eerste dagen sta ik likkebaardend bij de intendant om de spullen voor mijn onderdeel in ontvangst te nemen. Voor mij staat een even likkebaardende luitenant van een concurrerend onderdeel. Dit mijn stomme verbazing claimt hij namens mij – ik had de man nooit eerder gezien – onder overlegging van mijn oprichtingsbevel de voor 6 K.N.I.D. bestemde spullen. Geluk moet je maar hebben! Ik wel – hij niet.
Een pracht tijd breekt aan. Soms wat chaotisch maar fel. De basis voor latere vriendschappen wordt gelegd.