De “Bobby” als ideaal

“Vijand achter.”
Vijf en dertig man van de Haarlemse politie springen op dat commando veerkrachtig een halve slag, met gerichte stengun, om, om onmiddellijk als het commando “vijand rechts” weerklinkt een kwartslag verder te maken.
Maar instructeur Kokhuis gunt de troep geen respijt en signaleert de vijand in vlot tempo nog vele malen in alle richtingen tot ook hij het genoeg vindt en met een “Re…chts om… voorwaarts mars!” tot een rustiger onderdeel van de exercitie overgaat.

Deze oefeningen vormen slechts een onderdeel van een uitgebreid en veelzijdig opleidingsprogramma, dat 36 uitverkorenen, dia als “Speciale Brigade” worden aangeduid, sinds twee weken volgen.
Drie inspecteurs, drie hoofdagenten en dertig agenten van de Haarlemse politie worden intensief getraind in exerceren, zelfverdediging, pistoolschieten, granaat-werpen, met mortieren omgaan, van rijdende auto’s springen, hindernissen lopen en een groot aantal andere zaken, die de politieman in zijn beroep te stade kunnen komen.

Hiermee is een belangrijke les nog niet eens genoemd: het uurtje mentale training, de politie-pedagogie, dat de initiatiefnemer tot en commandant van de “Speciale Brigade”, het hoofd van de Algemene Politiedienst de hoofdinspecteur A.F. Suurendonk, iedere week in de Bibliotheek op het Nassauplein zelf geeft.
Voor de heer Suurendonk is de Engelse bobby, die vriendelijke politie-agent, die onder alle omstandigheden correct is, de ouden van dagen en de kinderen beschermt en de vreemdelingen beleefd ten dienste staat, het ideaal. Zeker, de naam van de Nederlandse agent is niet slecht, maar na de bezettingstijd is een training volgens het Engelse systeem noodzakelijk gebleken.

“Agenten moeten geen bekeuringsautomaten zijn”, zegt de heer Suurendonk, “Zij moeten integendeel zoveel inzicht krijgen dat zij met een kwinkslag en een verstandig woord de situatie beheersen en zo mede tot een goede geest onder de burgerij bijdragen. De tijd dat een agent werd ingestampt: “Voor alles moet ik namen hebben voor het rapportenboek”, is voorbij.
En deze overtuiging vormt de grondslag van de “politie-pedagogie”, die op het lesrooster staat.

Engelse stijl

Niet minder belangrijk is de militaire training onder de hoofdagent V.G. Kokhuis en agent R. v.d. Berg. Beiden waren, voor zij in dienst van de politie traden, sergeant-instructeur op een Stormschool en Kokhuis – die zijn grootste bekendheid dankt aan het feit dat hij ‘s Zondags het “Haarlem”-doel schoon houdt – kan op een rijke militaire ervaring bogen: tijdens de oorlog was hij in Engeland en de luchtlandingen bij Arnhem en Walcheren maakte hij allebei mee. Deze militaire training moet de politiemannen werkelijk “all round” maken, zo dat zij niet met de handen in het haar staan, wanneer zij werkelijk in een toestand geraken, waarin zij met woorden alleen niets bereiken kunnen. Dan zullen zij door gedisciplineerde, vastberaden houding en een “vakkundig” optreden respect moeten afdwingen.
Maar de opleiders beseffen dat dan iedere gelijkenis met het Duitse systeem vermeden moet worden: Kokhuis en Van den Berg staan door hun ervaring borg voor een “Engelse stijl”.

Grote medewerking wordt ondervonden van de commandant en een officier van de Stormschool, die voor de exercities te beschikking staat.
Voor sportbeoefening – zwemmen, en volley ball – is een ruime plaats ingeruimd; brigadier Van Soest volgt de cursus van het Sportleidersinstituut op “Duinlust”, zodat de Haarlemse politie de beschikking heeft over een permanente sportleider.
De “jongens” zelf hebben erg veel plezier in de opleiding. “Straks kan ik een olifant over een sloot gooien” kondigt er een aan en inspecteur Davidson constateert met voldoening: “Ik ben in twee weken zeven pond afgevallen, maar je blijft er fit bij”.

Op 17 november eindigt de training en wordt de “Speciale brigade” aan het Hoofd der politie gepresenteerd. Maar zij blijft niet de enige: het ligt in de bedoeling in de nabije toekomst nagenoeg het gehele korps op deze wijze te scholen, opdat Haarlem de beschikking zal krijgen over een politie, die volkomen paraat en voor haar taak berekend is.