In het najaar van 1947 kwam de verplaatsing van de Stormschool aan de orde. Majoor J.H.A.K. Gualthérie van Weezel was een voorstander om in Bloemendaal te blijven.

“Van de Garnizoenscommandant te Haarlem – schrijft hij op 29 oktober 1947 – verneem ik juist dat een regeling betreffende oefenterreinen bij de Zilk (Vogelenzang) en bij Katwijk aanstaande is. De schietbanen zijn nergens in den lande te evenaren en wat de kosten betreft moge ik verwijzen naar mijn bovenvermeld verslag betreffende exploitatie van het kamp te Chaam. Bij dit alles komt nog dat de ontruiming van Bloemendaal kostbare, door de Duitsers geplaatste opstallen ter waarde van 2,5 ton omniet aan de eigenaar der gronden zullen vervallen”.

Bij de staf van de Stormschool voelde men weinig voor een verplaatsing naar Chaam, zoals blijkt uit een brief van Gualthérie van Weezel:

“De afgelegen ligging, gepaard aan de onmogelijkheid om in de buurt van Chaam of Gilze voor de gezinnen van het personeel van de vaste staf huisvesting te vinden, vormt een groot bezwaar. Vanzelfsprekend geldt dit bezwaar eveneens voor elk ander onderdeel, hetwelk te Chaam zou worden gelegerd, doch ik zou hiervoor wat dit betreft een lans willen breken voor het personeel van mijn vaste staf, dat grotendeels de oorlogsjaren in Engeland heeft doorgebracht en met vrouwen van de Engelse nationaliteit is gehuwd.

Bovendien zag de plaatselijke bevolking ongaarne de militairen vertrekken.

In de Memorie van Antwoord op de begroting van 1947 heeft de minister van Oorlog, Luitenant-kolonel A.H.J.L. Fiévez, medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt het landgoed “Wildhoef” te Bloemendaal, waar op dat moment de Stormschool gehuisvest is, aan zijn oorspronkelijke bestemming, nl. van rusthuis voor ouden-van-dagen te hergeven. De chef-staf, generaal mr. H.J. Kruls, gaf de opdracht uit te kijken naar een andere kazerne.

De tweede-luitenant W. van der Veer trok op een Harley Davidson het land door en verrichte de nodige verkenningen op de juiste wijze dienden te worden uitgevoerd. Onder andere bezocht hij Steenwijk, Nijmegen en Grave. Gualthérie van Weezel, die weinig zin had om Bloemendaal te verlaten, had bevolen dat de verkenningen op de juiste wijze dienden te worden uitgevoerd, maar dat de nadelen van de diverse locaties goed moesten worden benadrukt. Generaal mr. H.J. Kruls ergerde zich geducht aan de handelswijze van zijn goede vriend Gualthérie van Weezel en liet duidelijk merken dat dat gedonder maar eens uit moest zijn.

Ook Roosendaal werd onder de loep genomen en de keuze viel uiteindelijk op de Engelbrecht van Nassaukazerne. Maar het bleek dat op dat moment nog niet bij benadering vastgesteld kon worden, wanner de “Stormschool” naar Roosendaal (N-Br.) zou verhuizen. De nieuwe cursus, die in Februari begint zal nog op Wildhoef gegeven worden.